Parasicydium bandama

Deze maand richt zich onze schijnwerper op West-Afrika. Uit het daar gelegen Ivoorkust komt namelijk het diertje van deze maand. Het behoort opnieuw tot de Gobiidae. Het visje werd zo omstreeks februari door de importeur Tropifish in Beek en Donk daarvandaan geimporteerd. Jammer eigenlijk dat importen uit dit continent over het algemeen zeer onregelmatig voorkomen. Met uitzondering van het Malawi- en het Tanganyikameer. Dat hangt voor een deel natuurlijk samen met de politieke situatie, die de laatste jaren op z'n minst instabiel te noemen is.
IDe soort werd in 1980 ontdekt in de Bandama-rivier in Ivoorkust en door Risch beschreven. Verder komt ze voor in de Lokunjerivier in Cameroun en in het Kouilou bekken in Congo. Waarschijnlijk komt ze ook nog in andere bekkens in West-Afrika voor. Ik veronderstel dat het niet meer nodig is een beshrijving te geven. De foto's tonen het uiterlijk met de karakteristieke eigenschappen duidelijk. De grote foto een vrouwelijk exemplaar. De inzet rechtsboven ter onderscheid een vrouwtje links en een mannetje rechts. Links onder opnieuw een mannetje. Zo krijgen we een aardige indruk van de lippen die vooral bij het mannetje tot een geweldig zuigorgaan zijn vergroeid. De inzet links boven toont het mannetje vastgezogen tegen de ruit van het aquarium. Daar zat het vertikaal tegenaan. Het werd eigenlijk te veel naar rechts "aangeflitst", zodat de linkerhelft in de schaduw bleef. Jammer. het beeld wordt er niet duidelijker op. Zoiets zie je pas als de film van de ontwikkelcentrale terugkomt. De diertjes, die me door de importeur,Ton Kooijmans, voor de fotosessie waren afgestaan waren intussen van eigenaar gewisseld alsmede hun spaarzame soortgenoten. Logisch met dergelijke zeldzaamheden. Dat maakte wel het verbeteren van het fotomateriaal onmogelijk.
Wel is heel duidelijk zichtbaar, dat ook de borstvinnen zodanig vergroeid zijn dat ze een soort zuignap vormen. Dat kenmerkt het diertje als een bewoner van snelstromend water. In de bak bij Tropifish bleken ze in staat zich razendsnel in te graven in bodemmateriaal van niet te grove korrelgrootte en bij nadering van het aquarium deden ze dat ook keer op keer. De kleurige inzet rechts preciseert de leefgebieden.
Huisvestings- en verzorgingsadvies:
De grootst waargenomen lengte van de gobius bedroeg 54 mm. Dus de dieren hebben niet zo'n grote bak nodig. Wel hebben ze behoefte aan een bodem van niet te fijne samenstelling. Plaatselijke steenpartijen bootsen de stroomversnellingen na. Een fors bemeten pomp zorgt voor een behoorlijke stroming door de bak. Het water kan het best neutraal tot licht zuur zijn en we kiezen de temperatuur niet te hoog 22 a 23 C
Als voer zijn alle soorten worm- en kreeftachtigen aan te bevelen, terwijl de rasptandjes in de brede bek aangeven dat wat algen of vervanging daarvan noodzakelijk zijn.
Literatuur ;
C. Lévêque , D Pugy et G.G. Teugels: Faune des poissons d'eaux douces et saumâtres de l'Afrique de l'Ouest
Risch (L.),1980 Description of Parasicydium bandama gen. nov.sp.nov., a new gobiid fish from the Bandama river,Ivory Coast
(Pisces; Gobiidae). Rev Zool. afr., 94 (1): 127 - 134

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
top