terug naar de startpagina
Voorgrondplanten in het Architectonisch Gezelschpsaquarium 4


Hemianthus micranthemoides
Hydrocotyle vulgaris
Lobelia cardinalis
Hydrocotyle verticillata

Micranthemum umbrosum


...........................................................................

Hemianthus micranthemoides: Het plantje komt uit oostelijk Noord - Amerika.Ook in Midden - Amerika wordt het aangetroffen. In de natuur groeit het als dichte tapijten op een moerasbodem. Het heeft veel licht nodig voor de rest past het zich moeiteloos aan de omstandigheden aan Echt alkalisch water verdraagt het niet. Lijkt sterk op de volgende soort. Echter de blaadjes lopen duidelijk spits uit.
Micranthemum umbrosum: Het plantje komt uit het oosten van Noord-Amerika en uit Zuid-Amerika. Het is een kruipend plantje waarbij kleine bijna ronde blaadjes, tegenover elkaar aan de stengel, die ongeveer 15 cm hoog kan worden, staan. Het is een teer plantje dat prijs stelt op een voedselrijke bodem en een temperatuur tussen 20 en 24
oC. Bepaalde vissen en ook slakken zijn er verzot op.
Het aanplanten is als bij alle fijne aquariumplantjes een beetje problematisch. Zelfs een plantentang is nog erg grof voor deze kleine plantjes.Met een haaks gebogen ijzerdraadje (peperclip) kun je deze plantjes in de bodem drukken waarna deze voorzichtig weggeschoven kan worden. Beide komen goed tot hun echt als tapijtje op de voorgrond, maar ook als solitair groepje tegen een contrasterende achtergrond.
Hydrocotle vulgaris
: (Waternavel) Komt voor in Midden Europa en volgens sommige berichten ook rond de Middellandse zee. Op een stengel die op de bodem ligt staan op regematige afstanden schildvormige blaadjes die ongeveer 4 cm doorsnede hebben. Dikwijls worden de stengels zo lang dat de blaadjes op het wateroppervlak drijven. Ook in het aquarium schieten de blaadjes vaak door naar het wateroppervlak. Dat is dank een bron van ergernis.

Ze wordt vaak aangezien voor:
Hydrocotile verticillata: (parapluuplantje) die voorkomt in het Oosten van Noord- en Midden-Amerika. Hier vertoont de kruipende stengel vertakkingen waardoor de parapluutjes wat dichter op elkaar staan, wat de decoratieve waarde verhoogt. Het is een buitengewoon decoratief plantje en uitemate geschikt voor de voorgrond. Op een dun steeltje staat een heldergroen bijna cirkelrond blaadje. Bij voldoende belichting blijven de bladsteeltjes 4 tot 5 cm lang. Deze beide eigenschappen maken haar beter geschikt als voorgrondplant.Het is voor de leek ondoenlijk deze van de voorgfaande soort te onderscheiden.
Lobelia cardinalis:
Komt voor in het midden en Oosten van Noordamerika. In onze streken komt ze ook een enkle maal voor als perkplant. Dan bezit zij een rechtopstaande vlezige stengel van wel meer dan een meter lang. De lange smalle bladeren hebben een gelartelde rand en een spitse top. Daarop ontstaat een grote tros van kardinaalsrode bloemen die enigszins aan een vlindertje doen denken.
In het aquarium worden alleen de toppen gebruikt, die in tegenstelling tot wat een enkele keer in Duitstalige literatuur wordt gemeld wel degelijk wortelen. Dicht op elkaar geplaatst laten zij zich gemakkelijk tot de zozeer bewonderde straatjes vormen. Waneer de plant, die ondanks een goede belichting een trage groei vertoont, moet worden ingekort, wordt zij uit de bodem genomen, het onderste deel van de stengel wordt weggesneden, de top wordt weer teruggeplaatst. (We spreken van toppen) Samen met Saururus cernuus is zij de meest in straatjes en laagblijvende bedden gebruikte plant