Kikkerpagina
1 | ||
Dendrobatus tinctorius
wit | ||
Welkom in de wereld van de pijlgifkikkers | |
Wat
een kleurrijke wereld. Het grijs dat varieert tussen licht- en donker/grijsblauw.
Het crèmeachtig en het diepglanzend zwart. De vlekken op de buik en de flank lijken
op inktspatten. Daarom is de soortnaam van deze kikker ook tinctorius; afgeleid
van het Latijns voor inkt. Hij behoort tot de familie van de Dendrobatidae en
tot het geslacht dendrobatus. Zijn volledige naam is dus Dendrobatus tinctorius.
Binnen deze soort bestaat een breed scala van kleurvarieteiten waarbij de hoofdkleuren
blauw, geel en zwart zijn. De afgeleide kleuren in licht en donker en de vergrijzing
ervan typeren de tinctorius tot een nadere aanduiding; meestal gebaseerd op de
vindplaats. B.v. De Backhuis-tinctorius, tinctorius van de Tafelberg en de tinctorius
uit Frans Guyana. Het afgebeelde exemplaar staat bekend als de Grijspoot-tinctorius.
De ware grootte ligt tussen de 5 en de 6 cm. Ze leven op de bodem van het oerwoud
voornamelijk langs stromende watertjes of waterplasjes Een typerend geslachtsonderscheid
bestaat hierin dat de voortenen van het mannetje verbrede toppen hebben. De vrouwtjes
zijn over het algemeen iets groter en forser van |
postuur dan de mannetjes. Het geluid dat ze maken is niet meer dan een zacht zoemen.
Ze kunnen uren voor hun schuilplaats blijven zitten maar omdat ze vrij nieuwsgierig
van aard zijn worden ze bij de voedering zeer actief en wandelen dan etend tussen
de fruitvliegen en de kleine krekeltjes, waarvan ze ook een behoorlijke portie
verorberen. Bij de voortplanting neemt het wijfje het initiatief en port het mannetje voortdurend totdat hij meehuppelt en tenslotte de broedplaats uitzoekt. Vervolgens worden er 5 tot 20 eieren afgezet, die na 14 tot 18 dagen uitkomen. De larven meten dan zo'n 15 mm en kunnen gezamenlijk in een bakje worden grootgebracht. Na drie maanden krijgen ze voorbenen en zijn dan 4 mm groot. Je kunt dan al de typische tinctoriustekening onderscheiden. In de volgende twee weken worden de larven bont en de metamorfose tot jonge kikker begint. Als ze aan land komen, zijn ze 15 tot 18 mm groot en beginnen met het eten van fruitvliegjes. Over de voeding van kikkerlarven heersen uiteenlopende meningen. Die zet ik in het overzicht op pag. 30 bij elkaar. >>>>>>>>> (Tekst naar W. van Sloun in het clubblad van A.V. Keizer-Lotus, Echt) |