De
laatste paar jaar genieten steenkoralen met kleine poliepen uit de geslachten
Acropora, Montipora, Pocillopora,en Seriatopora meer
en meer belangstelling van eigenaars van rifaquaria Veel minder vaak worden soorten
uit de familie der Pectiniidae waartoe de geslachten Mycedium, Echinophyllia,
Oxypora, Physophyllia en Pectinia aangetroffen, hetgeen ongetwijfeld
zal samenhangen met de grotere diepte waarvan de organismen afkomstig zijn. Het
determineren is een behoorlijk moeilijke opgave, omdat, met uitzondereing van
de Pectinia, die nooit een schijfvormig uiterlijk heeft, de dieren zeer sterk
op elkaar gelijken in hun dunne plaatvormige groei. Voeding :
1.
Symbiontische algen (zooxanthellen) Deze leven in de Gastrodermis (binnenste
van de twee lichaamswanden). Hun aantal kan afhankelijk van de belichtingssterkte
sterk variëren. Van 100.000/cm tot 10.000.000/cm2 en hangt
van de soort koraal en de lichtintensiteit af. Tussen de zoöxanthellen en het
dierlijk weefsel van de gastheer bestaat stroming van materiaal en energie. Deze
vullen elkaar op ideale wijze aan. Photosynthese en ademhaling zijn op het niveau
van de cellen kortgesloten, waardoor deze stromen praktish zonder verlies kunnen
plaatsvinden. 2.Endolitische algen. Naast de zoöxanthellen beschikken
steenkoralen over een tweede photo-autotrophe voedselbron. In de skeletten van
nogal wat soorten met, zowel als zonder zoöxanthellen leven groen- en roodalgen.
Tussen deze booralgen en de koraalskeletten vindt een |
uitwisseling
van stoffen plaats, die vergelijkbaar is met de bovenomschreven uitwisseling.
3
Allerlei voedselpartikeltjes van buiten. Het aanbod van deze nutriënten op
het rif is overvloedig en omvat zowel bacterieën, groter zoöplankton en deeltjes
van de meest verscheidene omvang en van zowel plantaardige als derlijke oorsprong. ..........Afhankelijk
van de diepte verandert het aanbod hiervan kwalitatief en kwantitatief; in de
bovenste waterlagen vindt de primaire productie der planktonen plaats, waarmee
een groter aanbod van zoöplankton gepaard gaat. Naarmate de diepte toeneemt en
de lichtintensiteit afneemt zal de betekenis van 1 en 2 afnemen en die van 3 toenemen.
We
zien hier vaak tentakelloze koralen met een schotelvormig uiterlijk waarbij de
mondopening (en) zich aan de bovenkant bevind(t(en). Het transport van het opgevangen
voer vindt dan plaats met behulp van celiën (een soort zweephaartjes) die het
voedsel, vaak door groeven, naar de mondopening doen "stromen". Het
betreft voedselpartikels die voor jagers niet meer interessant zijn omdat het
te veel energie kost ze in voldoende mate buit te maken en die dus naar beneden
zinken. Bij andere koralen die niet over Celiën beschikken en waarbij duidelijke
groeven ontbreken, worden de partikeltjes bliksemsnel in slijm verpakt en naar
de mondopening getransporteerd. (Mycedium elephantotus) Wie
meer over de uiterst interessante leefwijze weten wil leze er meer over in Datz
1999 no 10, 11 en 12 en 2000 en Aquaristiek Fachmagasinvan de Tetra Werke jaargang
33 no 1 |